Ontstaan van stichting Nachamoe

“In de jaren ’80 kwam heel duidelijk de tekst op mijn hart: Troost, troost, Mijn volk … Ik wist dat deze tekst over het Joodse volk ging, maar ik kende geen één Jood. Wat moest ik er mee? Toch liet deze tekst mij niet meer los. En uiteindelijk heb ik tegen de Here God gezegd: ‘Als dit woord van U is, dan wil ik Uw volk zeker troosten. Ik weet alleen niet hoe. Laat mij Uw weg maar zien.’
Ik wilde niet zomaar wat gaan doen.

Een paar jaar later merkte ik de drang om Russisch te gaan leren. Ik twijfelde of dit wel van de Heer was. Of waren mijn eigen gedachten op hol geslagen? Maar ook deze opdracht bleef in mijn gedachte hangen. En weer maakte ik een afspraak met de Here God: ‘Als deze gedachte van U is, wil ik dit wel proberen, maar alleen als dit echt van U is. Ik zal in Deventer checken of er een mogelijkheid is om Russisch te leren. Is die mogelijkheid er niet, dan is deze gedachte niet van U.’

Ik keek naar de mogelijkheden in Deventer. En tot mijn vreugde was het onmogelijk om in de avonduren Russisch te leren. De lessen die aangeboden werden, waren op een avond dat bij ons thuis bijbelstudie werd gegeven. En omdat ik zelf ook geregeld bijbelstudie gaf, was het volgen van deze lessen absoluut onmogelijk. Dat was duidelijk. Gelukkig! Deze opdracht was niet van de Heer. Maar ondanks dat liet de gedachte mij toch niet los.

Een tijd later kreeg ik een cadeautje van degene die bij ons thuis bijbelstudie gaf. Het was een boekje Zo leer ik zelf Russisch. Ik was stomverbaasd. Maar het was wel duidelijk dat ik aan de slag moest. Ik kon er niet om heen. En zo startte ik met mijn zelfstudie, consequent elke dag, 2 jaar lang, zonder dat ik wist waar ik het voor nodig zou hebben. Daarna kon ik instromen in een avondopleiding en heb ik uiteindelijk het VWO-examen Russisch gehaald.

Ondertussen kreeg ik een boekje over refusniks in handen. Joden die vanuit de Sovjet Unie naar Israël wilden emigreren, maar werden geweigerd door de Russische overheid. Dat ging met heel veel ellende gepaard. Gevangenissen, verbanning naar Siberië, ontslagen, kinderen van school gestuurd. Sommigen wachtten 14 jaar op een uitreisvisum, terwijl zij ondertussen als criminelen werden behandeld.

Via stichting Dorcas, die het boekje had uitgegeven, ontving ik het telefoonnummer van een andere familie die al jaren geweigerd werd om uit te reizen. Het was ontzettend spannend om hen voor de eerste keer te bellen. Hoe zouden zij reageren? Maar de familie was blij verrast dat iemand uit het vrije westen hen belde om hen te bemoedigen. En hoewel zij in de gaten gehouden werden door de KGB, kreeg ik van hen de vrijheid om alles via de telefoon te zeggen.

Iedere maand belde ik om hen te bemoedigen. De KGB controleerde ieder gesprek of trachtte die te boycotten. En steeds zocht ik een tekst uit het oude testament om hen door te geven. De Here had beloofd dat Hij Zijn volk zou terug brengen: “Ik zeg tegen het Noorden, geef terug.”, zoals in Jesaja 43:6 staat. En wat Hij zegt, gebeurt.

Na 2 jaar kreeg deze familie eindelijk toestemming om te vertrekken. Een tijd later kreeg ik de mogelijkheid hen te bezoeken in Jeruzalem. Het was grote armoede waar zij én al hun kennissen in leefden. Tijdens mijn bezoek ontmoette ik velen van hen. Ze waren allemaal berooid, ziek of oud naar Israël gekomen. Ik moest wel slikken toen ik zag dat een tafel vol theekopjes het met één theezakje moest doen. Datzelfde theezakje werd de tweede ronde nog een keer weer gebruikt.

Nog steeds lag op mijn hart de opdracht Troost, troost Mijn volk. Maar wat moest ik zeggen tegen deze mensen met hun trauma’s van gevangenissen, werkkampen in Siberië, pesterijen? Ik houd van jullie? Wat schoten ze daar mee op in hun ellendige situatie? Maar ik zag hun armoede en de behoefte aan geld om te kunnen overleven in Israël. Financiële ondersteuning was hard nodig.

Terug in Nederland vertelde ik tijdens de bijbelstudies wat ik had meegemaakt. En ik opperde het idee om families in Israël te adopteren voor f 100,00 per maand. Het was mogelijk om zelf één familie te adopteren, of om dit samen met anderen te doen. Het troostwerk voor Zijn volk was begonnen.

Tijdens één van de demonstraties bij de Russische ambassade in Den Haag voor de vrijlating van Gods volk uit het Noorderland leerde ik Pieter Bénard kennen. Hij was voorzitter van de christelijke ambassade in Nederland. Omdat het nodig was dat het troostwerk meer body kreeg, legde ik contact met Pieter en legde mijn plan voor financiële steun voor. Hij was zeer verbaasd. Hij was net terug uit Oost Europa en daar had hij samen met andere christelijke organisaties geconcludeerd dat de hulp aan Israël moest veranderen. Het was niet langer nodig om kleding te geven. Mensen hadden behoefte aan geld …

Kort daarna ontstond Stichting Nachamoe. Een stichting die de allerarmste families in Israël ondersteunt. Met geld… Met contact… Met gebed…

Tot op de dag van vandaag leidt de Here God het werk van Nachamoe.”

 

Joke Ponsen (in memoriam)


Troost, troost Mijn volk
zegt Uw God.
Spreek tot het hart van Jeruzalem,
roept het toe, 
dat zijn lijdenstijd volbracht is,
dat zijn ongerechtigheid geboet is,
dat het uit de hand des HEEREN
dubbel ontvangen heeft voor al zijn zonden.

Jesaja 40:1-2